Vrijblijvend gesprek

Wat wil ik met mijn leven?

blog persoonlijke verhalen Mar 31, 2022

Hoe word ik weer gelukkig?


“Het enige wat ik zeker weet is dat ik zo verlang naar rust. Dat is mijn grootste verlangen tijdens deze jaaropleiding”, zegt ze met nieuwsgierige ogen. 

Ogen die mij aankijken of dat ik het mag oplossen en ogen die niet hebben geleerd zelf het antwoord te zoeken. “Waarom is dat verlangen zo groot?”, vraag ik haar. “Omdat ik rust wil en gewoon gelukkig wil zijn”, zegt ze volhardend. “Mmm”, zeg ik en ik blijf even stil. Niet om een spel te spelen van stilte maar om in mijzelf te voelen wat we hier samen doen. Ik vind het heerlijk als mensen zo enthousiast zijn, en er zit ook een dunne scheidslijn tussen enthousiast zijn en het enthousiast bij mij neerleggen. Ik ken deze ogen uit mijn eigen geschiedenis. De ogen die mij aankeken of ik alles wilde oplossen. En zoals een magisch kind dat doet, deed ik dat voor jaren. Het blijft mijn eerste beweging. Ook al is die nog zo klein. Dus adem ik nog eens goed in. “Wat zou het fijn zijn als ik het voor je zou oplossen”, zeg ik haar met een knipoog. “Ja, dat zou heel fijn zijn”, zegt ze lachend. “En die ken je heel goed”, zeg ik, “de verantwoordelijkheid neerleggen bij een ander, zodat jij niet zelf de verantwoordelijkheid hoeft te dragen. Dan hoef je ook niet te voelen wat je allemaal voelt en wat je nodig hebt om gelukkig te zijn. Want als je niet oplet ligt het geluk zo meteen voor je. En wat dan? Dan moet je er ook nog wat mee”, zeg ik. 

Dan keert ze terug naar binnen en zie ik haar geraaktheid. Mooi hoe ze zichzelf ophaalt in het zoeken naar haar antwoord. We hebben elkaar al vaker ontmoet bij Raafwerk, er is al veel beweging gecreëerd. Ze knikt. “Ja, die ken ik goed”. Ook dan verstil ik weer. Want het weten is de eerste stap, en de volgende is een andere beweging leren inzetten. Daarvoor zijn we hier. Want de onrust zit van binnen. 

Ze kijkt naar mij en naar mijn collega. Gelukkig blijft mijn collega muisstil. “Wie zit er naast mij”, vraag ik haar, “en dan heb ik het niet over mijn collega”. “Dat weet ik niet”, zegt ze. Maar ze kijkt verschrikt. Alsof ze thuiskomt, maar niet weet waar thuis is. “Maar ik blijf er naar kijken”, zegt ze dan nog vlug. 

“Kom eens staan”, zeg ik haar. Dan zet ik mijn collega tegenover haar. “Leg je handen eens op een plek op je lichaam waar het fijn voelt”, vraag ik haar. Ze blijft maar zoeken. Alsof geen plek de zekerheid biedt om de veiligheid te vinden. “Ah” zeg ik, “ook hier krijg je de vrijheid om zelf de beweging te maken, maar dan krijg je ook de verantwoordelijkheid”. “Ja dat klopt”, zegt ze. “De verantwoordelijkheid om zelf te voelen. Niet eens om het goed te doen, maar om zelf te voelen”. Ze kijkt mij geprikkeld aan. Ik zie aan haar ogen dat het niet over mij gaat maar over de beweging die ze maakt waar ze niet van weg komt. Ik raak haar arm aan en vraag dan nog eens diep in te ademen. En haar ogen te sluiten, anders word ik degene die haar naar haar gevoel leid. Ik ken haar al een tijdje, en het is tijd dat ze het zelf gaat doen. Ze legt haar handen op haar buik. “Hier is het veilig”, zegt ze. 

Dan rollen de tranen over haar wangen. “Dit is de plek waar ik altijd met mijn handen naartoe ga”, zegt ze. En dan gebeurt er iets ingrijpends. Ik voel ineens in mijn buik een enorme steek. Even klap ik dubbel. Diep adem ik in en check bij mijzelf wat dit is. Wanneer ik diep inadem voel ik nog een steek. “Deze steek ken ik”, denk ik bij mijzelf. Het is dezelfde steek als bij het verlies van mijn kindjes. Dan schiet ik naar mijn hoofd. Want tijdens alle opleidingen en zeker bij de opleiding systemisch werk, heb ik het telkens over het volgen van het veld, wat het veld je laat zien in de stille ruimte. En dus ook de signalen in je lijf. Ik sluit mijn ogen om weer te durven vertrouwen op mijn intuïtie, want ik vind het nogal wat. 

“Jouw zusje zeg ik dan, jouw tweelingzusje die je moeder verloor in haar buik”. Ik hou mijn adem even in merk ik. Het raakt namelijk ook mijn stuk. Terwijl ik mijzelf ophaal adem ik weer uit. En kan ik weer hier zijn. Gesperde ogen kijken mij aan, ze zet haar adem vast, zoals ze wel vaker doet in de opleiding. Eindelijk gehoord in dat wat er niet mocht zijn. Een geheim wat onthuld wordt en tegelijkertijd bevrijd wordt. 

Een diepe teug neem ik in, want ik zie en voel dat mijn intuïtie ons heeft gebracht op de plek waar we moeten zijn. Ik raak haar aan op haar arm en vraag haar mij aan te kijken, om in dit moment te blijven. Samen ademen we op. Dit grote geheim wat ze heeft meegedragen. Het geheim waar niet over werd gesproken in de familie. Het verlies van haar zusje, verloren ter wereld gekomen. En zelden meer over gesproken. 

“Het verlies was te groot voor mijn moeder”, zegt ze dan. Ik zie de schuld in haar ogen wanneer ze over haar moeder spreekt. De loyaliteit die we kennen naar ons gezin. Een loyaliteit die vergroot wordt als je je wederhelft in de buik van je moeder verliest. Een loyaliteit aan de dood. “Wauw wat een taak voor een klein meisje om het verlies te verdoezelen. Het verlies van een stuk van zichzelf. Eigenlijk moest je door het verdriet van je moeder een deel van jezelf vergeten”, zeg ik. “Wat een taak om het leven nog vol aan te nemen”.  

“En dan kijk je mij aan om de antwoorden op te halen, als jouw moeder, die aangeeft wat wel en wat niet gezegd mag worden. Of belangrijker gevoeld mag worden. En je tweelingzus waar je telkens maar naar op zoek bent naast mij. Maar ook in de wereld om je heen”, zeg ik. 

“Met het ontbreken van het bestaansrecht van je tweelingzusje is ook een stukje bestaansrecht van jou verloren gegaan”, zeg ik haar. Ik pak haar hand en vraag haar rond te kijken in de ruimte. Een dame kijkt weg als ik vraag een representant voor haar zusje te kiezen. Beide voelen ze het direct. En ik voel het in mijn benen. Ik leg de vrouwen naast elkaar neer in de houding waar ze elkaar voor het laatst voelden, samen het leven in te ademen. “Hou haar maar stevig vast”, zeg ik tegen haar. Samen liggen ze daar een tijdje. En dan vraag ik haar om het dapperste te doen wat ze kan doen, en dat is de liefde voor haar zusje en de eeuwige band die ze hebben diep in te ademen vanuit liefde. Hortend en stotend komen de ademhalingen op gang, vanuit liefde. Er volgt steeds meer rust in haar lijf. Steeds meer ontspant ze. Eindelijk mag haar tweelingzus er zijn, eindelijk mag haar eigen rust er zijn. Eindelijk mag haar leven er ook zijn. 

Want het is nogal wat om degene te zijn die het leven wel is gegund. Zeker wanneer je verbonden bent als tweeling. Hoe kun je je leven leven terwijl de ander het leven niet is gegund? De vraag is, hoe je jezelf toestemming kunt gaan geven om het leven te mogen leven. Ter ere van haar en van jezelf. En de wetten van het leven, van de ziel te accepteren, dat een ieder hier zijn eigen reis maakt.  

“Morgen is er weer een dag…. We ontmoeten elkaar daar weer”…zeg ik haar. “Maak vanavond maar eens een wandeling en voel het leven wat jij mag leven”.  

Dan krijg ik in de avond een appje. Ze schrijft over een wandeling die ze heeft gemaakt, en in de sterren haar zus heeft ontmoet. In de wind die door de bomen waaide. In de regendruppels op haar gezicht. In alles wat het leven haar bracht, was zij ook. Omdat ze er nu mag zijn. 

“Wauw wat een mooi bericht“, zeg ik de dag erop als ze binnenkomt. Ze glundert van top tot teen. “Nu zij er mag zijn, mag jij er zijn. En krijg je er ook een nieuwe taak bij. De taak van verantwoording nemen voor het leven. Zeggen dat je het niet weet zit er nu niet meer bij. Weten dat ze altijd bij je is, maar jij ook voor jezelf mag gaan staan wel. Het verliezen van een zusje ook al is ze nooit hier geweest is ook een deel tot wie jij behoort missen. Een onsamenhangend gevoel van niet op je plek kunnen staan". Het eren van je zusje, het eren van overleden broers of zussen door miskramen, abortus, en het verhullen ervan, is het verhullen van jezelf. "Het is nu tijd om het leven weer in te ademen en iedereen inclusief jezelf te onthullen”, zeg ik. En ze neemt een diepe teug, dieper dan ze ooit heeft genomen. “Het begin ……Ik naar samen en samen naar zelf het leven mogen leven”, zeg ik. “Jouw taak is om hier te zijn, en met tijd en wijlen even terug te keren”. Ik pak haar hand vast en vraag haar de vrouw van gisteren, haar zusje, uit te nodigen voor een levensdans. Dan zet ik het nummer troostliedje op van Maaike Ouboter. “Nog een dans voordat je verder het leven inademt. En geniet van elke pas, voor altijd samen verbonden”.  

Doe je ogen dicht, hou m'n handen vast
Dan wachten we op een nieuwe dag
Kwel jezelf niet zo, wees lief
Hier zijn geen woorden voor, dus we zeggen niets 

Ontspan je gezicht, hou je niet zo groot
Laat het zakken, leg het rustig naast je in m’n schoot
Haal het uit de plooi, geeft niets
Hier zijn geen wolven meer, hier hoef je niets 

Hou me vast
Ik dans je rond
Eerst de enе, dan de andere voеt
Op de maat
En we zien wel of het over gaat 

Dus doe je ogen dicht, hou m'n handen vast
Dan wachten we op een nieuwe dag
Denk jezelf een droom, en wees lief
Hier zijn geen wolven meer, hier hoef je niets 

Hou me vast
Ik dans je rond
Eerst de ene, dan de andere voet
Op de maat
En we zien wel of het over gaat 

  

In stilte dansen ze samen …… met een traan en een lach… maar zonder woorden, want die waren er niet en zullen er nooit zijn. Maar het is geen onuitgesproken woord meer, maar het woord van de liefde vanuit eeuwige verbondenheid. 

Ter ere van haar van tweelingzus en deze bijzondere dappere vrouw

 

 

 

Maak ook jouw persoonlijke reis

Wil jij ook stappen zetten in jouw leiderschap of persoonlijke ontwikkeling voel je dan ook heel erg welkom in de jaaropleiding 'Verbinden met jezelf en de ander' of kijk bij ons andere aanbod wat het beste bij je past. Maar je kan natuurlijk ook contact opnemen en dan spreek je een van ons persoonlijk.

Neem contact met ons op
BEZOEKADRES

Retreat and Training Center Avani
'T Hoog 3 te Helvoirt

06-19900195

INSPIRATIE

Schrijf je in en laat ons je inspireren.

Inschrijven